Zie ook literatuurlijst niet-toxische stoffen en voeding specifiek bij darmkanker van arts-bioloog drs. Engelbert Valstar.

31 maart 2022: Zie ook dit artikel: https://kanker-actueel.nl/temozolomide-temodal-gevolgd-door-immunotherapie-met-combinatie-van-lage-dosis-ipilimumab-plus-nivolumab-geeft-hoopgevende-resultaten-bij-patienten-met-microsatellietstabiel-en-mgmt-gedempte-uitgezaaide-darmkanker.html


18 juli 2019: Bron: Annals of Oncology

Microsatellite instable/deficient mismatch repair (MSI/dMMR) wordt vaak geeist van kankerpatienten om mee te doen aan studies met immuuntherapie met anti-PD medicijnen (checkpointremmers). Wie een MSI instabiliteit heeft van 40 of meer wordt meestal wel toegelaten.

Uit een grote review studie van 7 gerandomiseerde studies met totaal 2630 darmkankerpatienten stadium III blijkt nu dat voordat de immuuntherapie zijn intrede deed een instabiele MSI bij darmkankerpatienten die een recidief kregen ook voor langere overleving zorgde bij optreden van een recidief in vergelijking met een stabiele MSI. Daarentegen blijkt een BRAF600E mutatie voor een slechtere prognose voor overleving te zorgen. Andere negatieve factoren waren oudere leeftijd, mannelijk geslacht, meer dan 2 uitzaaiingen bij primaire operatie, een slecht gedifferentieerd adenocarcinoom en voormalige locatie van primaire tumor. 

Kernpunten uit de studie:

  • MSI/dMMR tumors were associated with significantly longer survival after recurrence compared with microsatellite stable/proficient MMR (MSS/pMMR) tumors, even in patients treated with only standard oxaliplatin-based adjuvant chemotherapy regimens. The presence of the BRAFV600E mutation was associated with a poor prognosis, irrespective of MSI status.

  • The MSI/dMMR phenotype in patients with stage III colon cancer with recurrence was associated with improved survival outcomes compared with the MSS/pMMR phenotype. BRAFV600E mutation was associated with poor outcomes.

Het volledige studierapport: 

Prognosis of Microsatellite Instability and/or Mismatch Repair Deficiency Stage III Colon Cancer Patients After Disease Recurrence Following Adjuvant Treatment is tegen betaling in te zien.

Hier het abstract van de studie:

Annals of Oncology

J Taieb, Q Shi, L Pederson, S Alberts, N Wolmark, E Van Cutsem, A de Gramont, R Kerr, A Grothey, S Lonardi, T Yoshino, G Yothers, F Sinicrope, A Zaanan, T André, Prognosis of microsatellite instability and/or mismatch repair deficiency stage III colon cancer patients after disease recurrence following adjuvant treatment: results of an accent pooled analysis of 7 studies, Annals of Oncology, , mdz208, https://doi.org/10.1093/annonc/mdz208

Objective

Microsatellite instable/deficient mismatch repair (MSI/dMMR) metastatic colorectal cancers have been reported to have a poor prognosis. Frequent co-occurrence of MSI/dMMR and BRAFV600E complicates the association.

Design

Patients with resected stage III colon cancer (CC) from 7 adjuvant studies with available data for disease recurrence and MMR and BRAFV600E status were analyzed. The primary endpoint was survival after recurrence (SAR). Associations of markers with SAR were analyzed using Cox proportional hazards models adjusted for age, gender, performance status, T stage, N stage, primary tumor location, grade, KRASstatus, and timing of recurrence.

Patients and methods

Among 2630 patients with cancer recurrence (1491 men [56.7%], mean age, 58.5 [19-85] years), multivariable analysis revealed that patients with MSI/dMMR tumors had significantly longer SAR than did patients with microsatellite stable/proficient MMR tumors (MSS/pMMR) (adjusted hazard ratio , 0.82; 95% CI, 0.69-0.98; P = .029). This finding remained when looking at patients treated with standard oxaliplatin-based adjuvant chemotherapy regimens only (aHR, 0.76; 95% CI, 0.58-1.00; P = .048). Same trends for SAR were observed when analyzing MSI/dMMR versus MSS/pMMR tumor subgroups lacking BRAFV600E (aHR, 0.84; P = .10) or those harboring BRAFV600E (aHR, 0.88; P = .43), without reaching statistical significance.

Furthermore, SAR was significantly shorter in tumors with BRAFV600E vs those lacking this mutation (aHR, 2.06; 95% CI, 1.73-2.46; P < .0001), even in the subgroup of MSI/dMMR tumors (aHR, 2.65; 95% CI, 1.67-4.21; p<.0001).

Other factors associated with a shorter SAR were: older age, male gender, T4/N2, proximal primary tumor location, poorly differentiated adenocarcinoma, and early recurrence.

Conclusions

In stage III CC patients recurring after adjuvant chemotherapy, and before the era of immunotherapy, the MSI/dMMR phenotype was associated with a better SAR compared to MSS/pMMR. BRAFV600E mutation was a poor prognostic factor for both MSI/dMMR and MSS/pMMR patients


Plaats een reactie ...

Reageer op "Darmkankerpatienten stadium III met een instabiele MSI/dMMR leefden langer met een recidief dan met MSI/dMMR stabiel voordat immuuntherapie kon worden ingezet"


Gerelateerde artikelen